Psychologie is de wetenschap van de geest en het gedrag. Het gaat om het begrijpen van hoe gedachten, gevoelens en acties met elkaar in verband staan. Dit kan je helpen om jezelf beter te begrijpen en met de ups en downs van het leven om te gaan. Soms zijn onze gedachten en gevoelens zoals puzzelstukjes die door elkaar liggen. Psychologen helpen je die stukjes op hun plaats te leggen zodat de puzzel weer past. Je gedachten en gevoelens zijn dan minder door de war. We luisteren aandachtig als je praat over dingen die je bezighouden. Bijvoorbeeld over school, vrienden of als je je soms een beetje in de war voelt. We geven je onder andere tools en technieken om stress te verminderen, je zelfvertrouwen te vergroten en gezonde relaties te vormen. Ook kijken we samen met jou hoe jouw omgeving (ouders en school) je het beste kunnen helpen en ondersteunen.

Cognitieve gedragstherapie (CGT)

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een behandeling om te leren omgaan met dingen die moeilijk kunnen zijn. Met CGT kunnen je klachten verminderen. Het idee achter CGT is dat onze gedachten, gevoelens en gedrag allemaal met elkaar verbonden zijn.

Hoe het werkt?
Stap voor stap: CGT gebeurt meestal stap voor stap. Je begint met kleine uitdagingen en werkt langzaam naar grotere uitdagingen toe. Het is zoals het trainen van een spier: hoe vaker je traint, hoe sterker je wordt in het omgaan met je gedachten en gevoelens.

CGT bestaat uit de volgende stappen:

• Gedachten ontdekken: We hebben allemaal gedachten in ons hoofd, zoals bijvoorbeeld “Ik kan dit niet” of “Iedereen vindt me vast raar.” Soms zijn deze gedachten niet helemaal waar, maar ze kunnen ons wel verdrietig, gestrest of boos maken. CGT helpt je om deze gedachten op te merken en te begrijpen hoe ze je beïnvloeden.
• Gedachten uitdagen: Nadat je deze gedachten hebt opgemerkt, ga je kijken of ze echt kloppen. Stel jezelf vragen zoals: “Is er bewijs dat deze gedachte waar is?” of “Zijn er andere manieren om naar deze situatie te kijken?” Je probeert als het ware je gedachten te testen om te zien of ze wel echt kloppen.
• Gedachten veranderen: Als je merkt dat je gedachten niet helemaal kloppen, kun je proberen ze te veranderen in gedachten die je je beter laten voelen. Bijvoorbeeld, als je denkt “Ik ben waardeloos,” kun je proberen te denken “Ik maak fouten, maar dat maakt me nog niet waardeloos.”
• Nieuwe dingen proberen: Binnen de CGT moedigt je behandelaar je aan om nieuwe manieren te ontdekken. Dit zodat je met moeilijke situaties leert omgaan. Dit kunnen praktische dingen zijn, zoals diepe ademhalingsoefeningen, ontspanningstechnieken of het bijhouden van een dagboek van je gevoelens. Het doel is om betere manieren te vinden om jezelf te kalmeren als je gestrest bent.

Dus eigenlijk is CGT een soort mentale fitness. Het helpt je om je denkpatronen te begrijpen en te veranderen, zodat je je beter voelt en beter kunt omgaan met moeilijke dingen in het leven. Het is als het leren van nieuwe vaardigheden om je geest sterker en veerkrachtiger te maken!

EMDR

EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) is een behandelmethode voor kinderen, jongeren en volwassenen die (een) nare gebeurtenis(sen) hebben meegemaakt en daardoor psychische problemen hebben gekregen, zoals angst en somberheid. Wetenschappers denken dat herinneringen aan de nare ervaring(en) in zo’n geval niet goed zijn opgeslagen in het geheugen, waardoor je er veel last van blijft houden. Als dat door EMDR is verbeterd, zullen ook de problemen waarvoor je hier komt verminderen of verdwijnen.

Hoe het werkt?
Eerst zal je behandelaar je vragen om te vertellen wat er gebeurd is. Vervolgens gaan jullie samen op zoek naar het ‘plaatje’ dat je nu nog het naarste of moeilijkste vindt om aan te denken.

Terwijl jij je concentreert op dat plaatje en op wat je daarbij denkt en voelt, laat je behandelaar je tegelijkertijd iets anders doen om je af te leiden. Dit kan bijvoorbeeld door op je knieën tikken, je tikjes te laten horen met een hoofdtelefoon of je te vragen met je ogen een bewegend lichtje of bewegende vingers te volgen. Tussendoor zal de behandelaar steeds vragen wat je merkt of wat er in je opkomt. Dat kunnen beelden, gedachten of gevoelens zijn, maar ook lichamelijke sensaties zoals spanning of pijn. Soms kunnen er dingen naar boven komen die je niet wilt of durft te vertellen. Dat hoeft ook niet. Wel is het voor je behandelaar belangrijk om te weten of je iets voelt veranderen.

De behandeling gaat door totdat je het niet meer erg vindt om aan de nare ervaring(en) te denken. Je merkt dan dat je je beter voelt en met de nare ervaring kunt omgaan, zonder er nog last van te hebben.